Een groep Amerikaanse elitesoldaten is in Irak belast met een levensgevaarlijke opdracht: bommen ontmantelen in het heetst van de strijd. Wanneer sergeant James de leiding krijgt over een getraind ontmijningsteam, sleept hij zijn ondergeschikten roekeloos mee in een dodelijk kat-en-muisspel met de vijand. De dood laat hem schijnbaar onverschillig.
Het verhaal gebaseerd op ware feiten speelt zich af begin de jaren veertig, bij het begin van de Tweede Wereldoorlog. Tom is een prille tiener wiens vader het huis heeft verlaten om voor zijn land te vechten.
Zuid-Afrika in het jaar 1981. Nicholas heeft altijd geweten dat hij anders is en houdt dat voor de buitenwereld verborgen. Intussen zit de minderheidsregering van Zuid-Afrika in een conflict verwikkeld met de Angolese grenspost en moeten alle blanke jongemannen ouder dan zestien twee jaar militaire dienstplicht vervullen. Tijdens de afschuwelijke gebeurtenissen schept hij een innige band met een medesoldaat.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn de Zuid-Limburgse jongens Tuur (12) en Lambert (12) beste vrienden. Tuur zijn vader zit bij het verzet, Lambert zijn vader is NSB’er. Maartje (13), nieuw in het dorp, vertelt alleen Tuur dat ze Joods is. De vriendschap knalt uit elkaar en het noodlot slaat toe.
Sergey is een voormalig soldaat die kampt met een posttraumatische stressstoornis en kan maar moeilijk aarden in zijn nieuwe omgeving. Hij is werkzaam op een smelterij tot deze wordt gesloten en sluit zich vervolgens aan bij de vrijwilligersorganisatie Black Tulip waar hij dode oorlogsslachtoffers opgraaft. Daar leert hij Katya kennen en koestert hij hoop voor de toekomst.